Object soort

Object soort

>Tabblad Analyse - Aanleiding
> Onderdeel Woning - Object soort
> Hier kun je o.a. aangeven het soort object dat gekocht wordt.

>Tabblad Inventarisatie - Woonsituatie
> Onderdeel Huidig pand - Object soort
> Hier kun je o.a. aangeven het soort object dat klant in bezit heeft.

Per HDN 24 (25 mei 2024) verandert de invoer van het soort onderpand. De keuzelijst wordt veranderd. Hieronder staat de nieuwe lijst van objectsoorten met toelichting. 

Toelichting per soort object staat hieronder: 

Code

Waarde

Definitie

01

Vrijstaande woning

Een vrijstaande woning is een eengezinswoning die los staat van (eventueel) aanwezige andere objecten.

02

2-onder-1-kapwoning

Een 2-onder-1-kapwoning is een eengezinswoning waarvan het hoofdgebouw is verbonden met het hoofdgebouw van één andere gelijksoortige en gelijkvormige woning (niet zijnde een tussenwoning). Ook wanneer de woningen elk een afzonderlijke dakconstructie hebben, vallen deze onder de definitie van de 2-onder-1-kapwoning. 2-onder-1-kapwoningen worden ook wel aangeduid als “helft van een dubbel”, welk
begrip als synoniem gebruikt mag worden.

03

Geschakelde 2-onder-1-kapwoning

Een geschakelde 2-onder-1-kapwoning is een 2-onder-1-kapwoning waarbij de muren van aanbouwen gedeeltelijk aan (aanbouwen van) andere woningen grenzen. Ook wanneer de woningen elk een afzonderlijke dakconstructie hebben, vallen deze onder de definitie van de geschakelde 2-onder-1- kapwoning.

04

Geschakelde woning

Een geschakelde woning is een eengezinswoning waarbij de muren of muren van aanbouwen gedeeltelijk aan
(aanbouwen van) andere woningen grenzen.

05

Halfvrijstaande woning

Een halfvrijstaande woning is een eengezinswoning waarvan:

  • het hoofdgebouw verbonden is met het hoofdgebouw van één ander object dat geen woning is; óf

  • het hoofdgebouw verbonden is met het hoofdgebouw van één andere niet gelijksoortige en -vormige woning (niet zijnde tussenwoning en niet zijnde een 2-onder-1- kapwoning).

06

Tussenwoning

Een tussenwoning is een eengezinswoning waarbij de tussenmuren aan andere panden grenzen en waarbij de woningen ten opzichte van elkaar in een gelijk vlak of lijn
liggen. Ook de woning die de hoek vormt van een gesloten bouwblok (twee reeksen woningen zijn verbonden met elkaar)
is een tussenwoning.

07

Hoekwoning

Een hoekwoning is een eengezinswoning die grenst aan een
aanliggende woning. De hoekwoning ligt op het begin of einde
van de reeks woningen en heeft (extra) bij de woning
behorende grond aan de zijkant van de woning.
N.B. Indien sprake is van een doelgroepwoning dan wordt de woning aangemerkt als een doelgroeptussenwoning. De
typering “doelgroep” is hierbij belangrijker dan het feit of de woning al dan niet op de hoek gelegen is.

08

Eindwoning

Een eindwoning is een eengezinswoning die grenst aan een aanliggende woning. De eindwoning ligt op het begin of einde
van de reeks woningen en heeft geen (extra) bij de woning behorende grond aan de zijkant van de woning.
N.B. Indien sprake is van een doelgroepwoning dan wordt de woning aangemerkt als een doelgroeptussenwoning. De
typering “doelgroep” is hierbij belangrijker dan het feit of de woning al dan niet op de hoek gelegen is.

09

Galerijflat

Een galerijflat is een flatwoning waarbij de voordeur uitkomt op een aan de buitenkant gelegen loopgang. Een galerijflat heeft
meerdere bouwlagen met woningen boven elkaar.

10

Portiekflat

Een portiekflat is een flatwoning waarbij de voordeur uitkomt op een gemeenschappelijk afsluitbaar trappenhuis, een centrale hal of een gesloten portiek.

11

Corridorflat

Een corridorflat is een flatwoning waarbij de voordeur uitkomt op een centraal binnen de bouwmassa per etage gelegen
loopgang dan wel op een centrale hal op de etage.

12

Maisonnette

Een maisonnette is een specifiek type flatwoning waarbij de woning zelf twee of meer bouwlagen heeft. De voordeur komt
uit op een gemeenschappelijke loopgang, op een gemeenschappelijk afsluitbaar trappenhuis, een centrale hal of
gesloten portiek.

13

Benedenwoning

Een benedenwoning is een etagewoning of flatwoning op de begane grond met een voordeur die op straat uitkomt. De
benedenwoning bestaat uit één of meerdere bouwlagen.

14

Bovenwoning

Een bovenwoning is een etagewoning of flatwoning op een etage die bereikbaar is via een binnentrap met een mogelijk
gemeenschappelijke voordeur die op straat uitkomt of een eigen voordeur heeft die niet in een portiek uitkomt. De
bovenwoning bestaat uit één of meerdere bouwlagen. De flatbovenwoning (ook wel: repeterende bovenwoning) is geen
galerijflat.

15

Portiekwoning

Een portiekwoning is een etagewoning waarbij de voordeur uitkomt in een open portiek. Een portiek is een
toegangsportaal gelegen achter de voorgevel van een meergezinsgebouw en grenzend aan de openbare weg, van
waaruit de afzonderlijke woningen direct worden ontsloten via een gemeenschappelijk te gebruiken trap en bordessen.

16

Woonwagen / stacaravan 

Een woonwagen respectievelijk stacaravan is een voor permanente respectievelijk recreatieve bewoning bestemd
verblijfsobject dat is geplaatst op een standplaats en in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, met uitzondering
van wagens die een eigen aandrijving hebben en wagens waarvoor voor het voortbewegen ervan over een weg geen
ontheffing ingevolge de Wegenverkeerswet en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens is vereist.

17

Woonwagenstandplaats / stacaravanstandplaats

Een standplaats is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is
voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon, bedrijfsmatige of
recreatieve doeleinden geschikte ruimte.
Binnen de grenzen van een recreatieterrein kan ook sprake zijn van uitsluitend een aanwijzing van de recreatieve
standplaats door de eigenaar van het terrein.

18

Woonboot

Een woonboot is een verblijfsobject dat bestemd is voor permanente danwel recreatieve bewoning en dat op of in het
water is gelegen, met vaste ligplaats met walaansluiting en niet direct geschikt om als vervoermiddel te gebruiken.

19

Ligplaats

Een ligplaats is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met
een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren van een voor
woon, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig.

20

Waterwoning

Een waterwoning is een woning voorzien van een draagconstructie met een groot drijfvermogen en verbonden met in de grond verankerde geleiders waardoor de woning afhankelijk van het waterniveau kan stijgen of dalen.

21

Woon-/winkelpand

Een gebouw in de zin van art. 7:290 BW met een binnen de contouren van de buitenmuren van het gebouw een al dan niet zelfstandige woonruimte. De bedrijfsruimte heeft doorgaans
een maximale verhuurbaar vloeroppervlakte (vvo) van circa
200 m2 en is bestemd voor of biedt de mogelijkheid tot detailhandel of een daaraan vergelijkbare bestemming
(kantoor, atelier, showroom e.d.). Verder is wonen in een deel van het object toegestaan (veelal bewoond door de eigenaar of diens personeel). De bedrijfs- en woonruimte zijn aan de binnenzijde onderling bereikbaar.

22

Bouwkavel

Een aaneengesloten terreinoppervlak, waarop krachtens het bestemmingsplan een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegestaan. 

23

Garage

Een garage is een overdekte stallingruimte bestemd en geschikt voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen.

24

Parkeerplaats (dienstbaar aan wonen)

Een parkeerplaats die dienstbaar is aan wonen, waarbij de parkeerplaats een zelfstandig object is. Een parkeerplaats in
een publieke parkeergarage (abonnement e.d.) valt niet onder de definitie.

25

Berging 

Een berging is een bergruimte of bijgebouw met een algemene bergfunctie op een apart perceel of met een eigen adres