Inleiding
Sinds 2024 wordt de studieschuld op een andere manier meegenomen. Het gaat dan niet meer om de oorspronkelijke studieschuld, maar om de daadwerkelijke maandlasten die de aanvrager betaalt. De werkelijke maandlast wordt omgerekend met een factor afhankelijk van de hypotheekrente. In dit artikel lees je hier meer over.
Studielening inclusief maandlast opvoeren
De aanbieder van een
hypothecair krediet houdt rekening met het termijnbedrag dat aanvrager verschuldigd is voor rente en aflossing van de studieschuld.
De werkelijk door klant verschuldigde maandlast dient te worden gevuld in maandlast op het tabblad Krediet.
Let op:
Mogelijk betaalt de klant een lager bedrag dan hetgeen hij verschuldigd is. Je dient hier uit te gaan van het daadwerkelijk verschuldigde bedrag.
Krediet toetslast op Acceptatie
Voor de acceptatietoets
wordt gekeken naar de (gemiddelde) toetsrente op de te verstrekken hypotheek.
De ingevoerde maandlast van de studiefinanciering wordt voor de krediet
toetslast verhoogd met een factor, zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Voorbeeld
Aanvrager heeft een studieschuld. De werkelijke maandlast is € 294,01.
De gewogen toetsrente is 3,84%.
Bij dit percentage hoort een opslag van 1,20.
Dus de krediet toetslast is € 294,01 * 1,20 = € 352,81 per maand en € 4.233,74 per jaar.