Gebruikersinstructie: Negatief fiscaal voordeel

Gebruikersinstructie: Negatief fiscaal voordeel

1. Inleiding

Deze gebruikersinstructie beschrijft hoe de tariefsaanpassing voor de aftrek van betaalde hypotheekrente kan leiden tot een negatief fiscaal voordeel.

Met ingang van 2019 wordt de Wet Hillen in 30 jaar afgebouwd. Dit is een tweede mogelijke oorzaak voor een negatief fiscaal voordeel.

2. Tariefsaanpassing

Vanaf 2014 geldt een aangepast tarief in de 4e belastingschijf voor de aftrek van betaalde hypotheekrente.

Dat aangepast tarief bedraagt in 2014 51,5% en wordt jaarlijks met 0,5% verminderd, totdat de rente (en in voorkomende gevallen de kosten) nog maar tegen 38% kunnen worden afgetrokken in 2040.

De effectieve verlaging van het tarief waartegen de rente kan worden afgetrokken bestaat formeel uit een extra bedrag dat betaald moet worden naast de gewone berekening van de belasting, waarbij dit extra bedrag het lagere tarief vertegenwoordigt.

3. Eigenwoningforfait

Het eigenwoningforfait wordt opgeteld bij het inkomen en tegen het normale tarief belast. Het genoemde aangepaste tarief is hierop niet van toepassing.

4. Wet Hillen

Wanneer er geen of een kleine eigenwoningschuld is dan is het eigenwoningforfait meestal hoger dan de aftrekbare kosten. Er is dan recht op een aftrek die meestal gelijk is aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten.

De Wet Hillen wordt vanaf 2019 over een periode van 30 jaar in stapjes afgeschaft. Daardoor wordt het eigenwoningforfait steeds meer belast.

5. Negatief fiscaal voordeel

Ondanks de wet Hillen kan er een negatief fiscaal voordeel ontstaan.

De aftrek die vanwege deze wet ontstaat is niet altijd gelijk aan het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten. Deze wordt namelijk niet meegenomen in de tariefsaanpassing.

Op de site van de belastingdienst stond een voorbeeld waarin dit wordt toegelicht:


In dit voorbeeld betaalt meneer A. geen € 9.000 aan hypotheekrente, maar is de hypotheek op zijn woning nog maar € 10.000. Hij betaalt hiervoor jaarlijks € 400 rente. Zijn eigenwoningforfait is nog steeds (0,7% x € 200.000 =) € 1.400. Omdat het eigenwoningforfait meer is dan zijn aftrek van rente en kosten voor de eigen woning, mag A. voor geen of een kleine eigen woningschuld (€ 1.400 - € 400 =) € 1.000 extra aftrekken.

Meneer A. heeft geen voordeel van zijn aftrek kosten eigen woning, omdat zijn aftrek even hoog is als het eigenwoningforfait dat bij zijn inkomen wordt geteld. Toch heeft A. te maken met de tariefsaanpassing. Dit komt doordat:

  • zijn belastbaar  inkomen uit werk en woning hoger is dan € 56.531
  • de aftrek voor ‘geen of kleine eigen woningschuld’ niet meegenomen wordt in de tariefsaanpassing

Omdat ook zijn belastbaar inkomen uit werk en woning hoger is dan € 56.531, vallen alle rente en kosten voor de eigen woning in de 4e schijf.


 

Voor 2014 betaalt A. inkomstenbelasting over € 60.000, plus € 2 vanwege de tariefsaanpassing.


In bovenstaand voorbeeld is nog geen rekening gehouden met de afbouw van de Wet Hillen.